Stedendriehoek

Deze piekbelasters vinden de uitkoopregeling maar niks

Een stal in Gendringen, ter illustratie
© ANP archief
UDDEL - De veelbesproken 'woest aantrekkelijke' regeling voor piekbelasters gaat vandaag in. Alleen is de vraag hoeveel animo daarvoor is. Uit een rondje langs de velden blijkt dat veel Gelderse boeren de regeling verre van aantrekkelijk vinden.
Als je ergens in Nederland veel piekbelasters hebt, dan is het in Uddel. Ook Maurits Vos is zo'n piekbelaster. Met 1350 vleeskalveren was het voor hem geen verrassing dat de overheid graag een deal met hem wil sluiten. "Alles wat hier in het gebied zit is piekbelaster", benadrukt de kalverhouder.
Toch verwacht hij niet dat er veel collega's in de rij staan om zich aan te melden. Ook hij zelf niet. "Het is veel te algemeen, ze nemen niet de moeite om te kijken en ze scheren alles over één kam." Die generieke aanpak steekt de 45-jarige Vos. Zeker ook omdat hij vanuit de provincie Gelderland gezien heeft hoe het ook kan.
Geen taxateur die langskomt. Dat doe je met de verkoop van je huis toch ook niet?
"Ik heb ook meegedaan aan de opkoopregeling van kalverhouderijen van de provincie. Daar ben ik uiteindelijk niet mee in zee gegaan, maar die namen wel hun taak serieus. Door met taxateurs langs te komen en netjes te kijken wat het nou allemaal waard is. Maar dat is een hele andere manier dan de overheid het nu doet. Die zegt gewoon: de leeftijd van de stal is bepalend voor de prijs. Dat doe je met de verkoop van je huis toch ook niet?"

'Zorgelijk'

Ook de Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) is niet enthousiast over de manier waarop de waarde van een bedrijf wordt berekend. "Nu moet je op de computer dingen invullen. Waarom komt er niemand langs?", zegt voorman Wim Brouwer. "De computer kijkt dus alleen naar de leeftijd van de buitenkant. Er is geen vraag die gaat over wat een boer heeft gedaan aan vernieuwingen of inrichtingen in een stal."
Nieuwe bedrijven leveren via de uitkoopregeling wél veel geld op. "Dat vind ik echt kapitaalvernietiging. De manier waarop de regeling is ingericht, is echt zorgelijk."

Het ministerie van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) laat in een reactie weten de leeftijd van de stal een passend criterium te vinden. "Een ondernemer verliest immers minder waarde bij het uit productie halen van een oudere stal dan bij het uit productie nemen van een nieuwere stal", aldus een woordvoerder. Volgens het ministerie is er wel degelijk rekening gehouden met investeringen in oude stallen.

Maar boeren die Omroep Gelderland sprak, geven aan dat de investering daarmee lang niet gecompenseerd wordt. LNV zegt daarover: "Inherent aan het hanteren van vaste bedragen, is dat niet met alle verschillen op individueel niveau rekening gehouden wordt."

Zoontje kan geen boer meer worden

Terug naar Uddel. Even verderop aan de Uddelerveen zit boer Peter de Bruin. 1700 vleeskalveren heeft hij rondlopen. En met de kalverhouderij stoppen wil hij best, maar ook hij ziet niets in de regeling. "Het is bij ons niet meer de hoofdtak, wij bouwen daarnaast roestvrijstalen tanks, maar mijn zoontje wil later graag melkveehouder worden. Als ik op deze regeling inga en hier stop, dan zou dat betekenen dat ik als bedrijfshoofd mijn zoontje niet meer kan helpen om een eigen boerderij te starten."
De Bruin doelt daarbij op het beroepsverbod, waarbij veehouders die meedoen aan de regeling niet meer op een andere plaats in Nederland of Europa een nieuw bedrijf kunnen starten. Dat was een belangrijke voorwaarde van Brussel om de regeling goed te keuren.

De term beroepsverbod wordt door het ministerie niet gehanteerd, geeft LNV aan. Dat doen ze omdat een veehouder met meerdere locaties wel door mag met locaties die niet aan de regeling deelnemen. "Wij spreken daarom niet van een beroepsverbod, maar van een doorstartverbod. De achtergrond van het doorstartverbod is dat het doel van de subsidie (beëindiging van de productie) daadwerkelijk moet worden bereikt. Voor de EU geldt één interne markt, daarom kunnen we geen onderscheid maken tussen een ‘doorstart’ in Nederland en een ‘doorstart’ binnen de EU."

Straks wordt de boer weer gezien als boeman, als de eigenwijze boer die zo nodig boer wil blijven
De Bruin vindt het belangrijk om zijn verhaal te delen. "Straks wordt de boer weer gezien als boeman. Dan krijgen ze een woest aantrekkelijke regeling, maar de eigenwijze boer gaat er weer niet op in omdat ze zo nodig boer willen blijven. Dat beeld ga je dan weer krijgen. Maar er zijn er hier heel veel die wel willen bewegen", verzekert de Bruin ons. "Alleen op deze manier meedoen met die regeling, dan snij je jezelf gewoon in de vingers. Zeker omdat je vervolgens ook nog moet afrekenen met de belastingdienst. Een groot deel van wat je aan geld van de opkoopregeling binnenkrijgt, kun je vervolgens bij hen weer inleveren."